Taal week 2
Lesvoorbereiding week 2 les 1
School: |
Les: |
Naam lesgever: |
Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): De kinderen kunnen al schrijven maar hebben nog niet een echt verhaal geschreven.
|
Welk materiaal ga ik gebruiken: |
Wat wil ik de leerlingen leren De kinderen leren een verhaal te |
||
Schrijfschriften, potlood |
|
|||
Tijd: |
Activiteiten leerkracht en leerlingen: |
Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: |
Organisatie |
10 min.
10 min.
|
Inleiding: -Stelt vragen over verhaal. -Leg opdracht uit. Kern: Afsluiting: |
Gebruik intonatie overdreven.
Controleer of iedereen verhaal begrepen heeft.
|
In de kring. Zo kun je als leerkracht meteen zien wie
Aan hun eigen tafel. Tafels staan in groepjesvorm
|
De afleerschool
Juf Marian is leerkracht op de afleerschool. Dit is een hele andere school dan de basisscholen die wij kennen. Op de afleerschool moet je alles afleren en vergeten. Vandaag leert juf Marian de kinderen de tafel van negen te vergeten. “Wie kan vandaag de tafel van negen opzeggen?” vraagt juf Marian. Richard, een klein jongetje achterin de klas steekt voorzichtig zijn vinger op. “Ik kan het wel juf!” Juf Marian zucht: “Fijn dat je eerlijk bent Richard, en gelukkig ben je de enige. Je hebt je huiswerk niet goed gedaan. Je moest vandaag de tafel van negen vergeten zijn.” Richard knikt. “Okee, vandaag gaan we afleren hoe je moet aftrekken.” Juf Marian schrijft de som 556 – 318 op het bord. “Wie weet hoe deze som uitgerekend wordt? Niemand? Heel goed!” Daarna schrijft de juf nog wat van deze sommen op het bord. De kinderen moeten allemaal vergeten hoe ze deze som uitrekenen. De slimste leerlingen weten het al lang niet meer. Die vergeten altijd alles, zelfs toen ze nog op de gewone basisschool zaten en wel alles moesten onthouden, vergaten ze alles. Toen waren ze ook niet de slimste kinderen van de klas.
Nu deelt juf Marian de dicteeschriften uit. “Jullie krijgen een woordendictee. Schrijf zoveel mogelijk woorden fout op, dan vergeet je het snelst hoe je de woorden eigenlijk moet schrijven. Als je de woorden van vandaag zo opschrijft als je ze uitspreekt, krijg je een 10. Dan zijn ze namelijk allemaal fout! Okee, daar gaan we. Vader parkeert de auto in de garage. Schrijf op ‘garage’.” Alle kinderen buigen zich over hun schrift en schrijven het woord op.
Vragen na afloop van het verhaal:
Hoe zullen de kinderen dit woord opschrijven?
Wat is er allemaal anders op deze school?
Lesvoorbereiding week 2 les 2
School: |
Les: |
Naam lesgever: |
Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): De leerlingen hebben nog niet eerder gewerkt met een krantenartikel. Dit is dus voor hun nieuw.
|
Welk materiaal ga ik gebruiken: |
Wat wil ik de leerlingen leren De leerlingen komen in aanraking |
||
Krant, werkbladen. |
|
|||
Tijd: |
Activiteiten leerkracht en leerlingen: |
Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: |
Organisatie |
5 min.
30 min.
15 min. |
Inleiding: Kern: Afsluiting: |
Blijf rondlopen door de klas om eventuele vragen te beantwoorden. Het werkblad kan eventueel ook nog van te voren klassikaal toegelicht worden.
Let er op dat bij sommige opdrachten verschillende antwoorden goed zijn. |
Dit werkblad word in tweetallen gemaakt. De
De kinderen blijven in tweetallen zitten. |
1). Schrijf de juiste krantenkop bij het juiste artikel
Je kunt kiezen uit de volgende koppen:
Lesvoorbereidingen voor week 2, les 3 Nederlands.
School: De Kameleon |
Les: Nederlands |
Naam lesgever: |
Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Ze hebben verscheidene boeken gelezen en weten wat de hoofdzaken zijn binnen een verhaal. |
Welk materiaal ga ik gebruiken: |
Wat wil ik de leerlingen leren |
|
Samenwerkend leren: De kinderen maken in tweetallen een boekverslag. Eigentijds: Digiboard en internet
|
Internet, boeken, digiboard is beschikbaar om mee te presenteren |
|
|
Tijd: |
Activiteiten leerkracht en leerlingen: |
Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: |
Organisatie |
15 min.
15min
10 min. |
Inleiding: De leerkracht vertelt dat de kinderen in tweetallen een boek moeten presenteren voor de klas die ze beide gelezen hebben of gaan lezen Kern:
Afsluiting: |
Leerkracht herhaalt iets over de hoofdpunten van een boek. Verder maakt hij met de kinderen een schema wanneer de kinderen moeten presenteren en de samenvatting af moeten hebben.
Tijd voor vragen en leraar vertelt concreet wat er gepresenteerd moet worden en in het boekverslag moet komen namelijk: Titel en auteur, aantal bladzijden, korte samenvatting, hoofdpersonen en cijfer plus argumentatie. Op de afgesproken datum wordt het boek van hun keuze gepresenteerd voor de klas
Een aantal boeken promoten via digiboard, op youtube zijn ook boekpromoties te vinden |
Leerkracht laat het één en ander (korte herhaling van wat de kinderen al weten)
Leerlingen gaan inter-persoonlijk te werk
Klassikaal, maar wel eigentijds |