Taal week 2

 

Lesvoorbereiding week 2 les 1
 
  

School:
Klas: 
Aantal leerlingen: 

 

Les:
Datum:
Tijd: 

Naam lesgever:

 

 

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.):

De kinderen kunnen al schrijven maar hebben nog niet een echt verhaal geschreven.

Verantwoording:
Samenwerkend leren: Nadat alle kinderen klaar zijn mogen een paar leerlingen hun verhaal voorlezen
aan de klas. Hier kunnen de andere kinderen wat
van leren en ideeën op doen.
Meervoudige intelligenties: Verbaallinguïstisch, intrapersoonlijk.
Sociaal constructivisme: Inleidend verhaaltje
leerkracht met vragen over de voorkennis van de leerlingen.

 

Welk materiaal ga ik gebruiken:

Wat wil ik de leerlingen leren
(doelstellingen):

De kinderen leren een verhaal te
schrijven. Ze moeten zelf iets
verzinnen dus leren ze om hun
fantasie erbij te gebruiken.
Ook wordt op deze manier hun
woordenschat gestimuleerd.

Schrijfschriften, potlood

 

       

 

 

 

 

Tijd:

Activiteiten leerkracht en leerlingen:

Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:

Organisatie

10 min.

 

 

 

 


25 min.

 

 

 

10 min.

 

 

 

Inleiding:
- Leerkracht leest voor over afleerschool.

-Stelt vragen over verhaal.

-Leg opdracht uit.

Kern:
- kinderen schrijven zelf verhaal over eiland dat Andersom heet en waar van alles gebeurd.

Afsluiting:
Leerkracht stelt vragen:
-Wat kan er allemaal anders zijn?
- Enkele leerlingen lezen verhaal voor.

 

Gebruik intonatie overdreven.

 

Controleer of iedereen verhaal begrepen heeft.

Aan het eind van de uitleg vragen stellen ter controle: ‘Wat gaan we nu doen, Pietje?’


Kinderen die te lang nadenken voordat ze beginnen met schrijven, van voorbeelden voorzien. Let op schrijfhouding.

 


Tijdens het voorlezen letten op de uitspraak. Verbeter de kinderen impliciet tijdens het stellen van vragen.

In de kring. Zo kun je als leerkracht meteen zien wie
opletten en wie niet.

 

 

 

 

 

Aan hun eigen tafel. Tafels staan in groepjesvorm
zodat kinderen ideeën van elkaar op kunnen doen.

 



In de kring. Zo kunnen de kinderen makkelijker
op elkaar reageren en heeft de leerkracht overzicht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De afleerschool

Juf Marian is leerkracht op de afleerschool. Dit is een hele andere school dan de basisscholen die wij kennen. Op de afleerschool moet je alles afleren en vergeten. Vandaag leert juf Marian de kinderen de tafel van negen te vergeten. “Wie kan vandaag de tafel van negen opzeggen?” vraagt juf Marian. Richard, een klein jongetje achterin de klas steekt voorzichtig zijn vinger op. “Ik kan het wel juf!” Juf Marian zucht: “Fijn dat je eerlijk bent Richard, en gelukkig ben je de enige. Je hebt je huiswerk niet goed gedaan. Je moest vandaag de tafel van negen vergeten zijn.” Richard knikt. “Okee, vandaag gaan we afleren hoe je moet aftrekken.” Juf Marian schrijft de som 556 – 318 op het bord. “Wie weet hoe deze som uitgerekend wordt? Niemand? Heel goed!” Daarna schrijft de juf nog wat van deze sommen op het bord. De kinderen moeten allemaal vergeten hoe ze deze som uitrekenen. De slimste leerlingen weten het al lang niet meer. Die vergeten altijd alles, zelfs toen ze nog op de gewone basisschool zaten en wel alles moesten onthouden, vergaten ze alles. Toen waren ze ook niet de slimste kinderen van de klas.

Nu deelt juf Marian de dicteeschriften uit. “Jullie krijgen een woordendictee. Schrijf zoveel mogelijk woorden fout op, dan vergeet je het snelst hoe je de woorden eigenlijk moet schrijven. Als je de woorden van vandaag zo opschrijft als je ze uitspreekt, krijg je een 10. Dan zijn ze namelijk allemaal fout! Okee, daar gaan we. Vader parkeert de auto in de garage. Schrijf op ‘garage’.” Alle kinderen buigen zich over hun schrift en schrijven het woord op.

Vragen na afloop van het verhaal:
Hoe zullen de kinderen dit woord opschrijven?
Wat is er allemaal anders op deze school?

 

  

Lesvoorbereiding week 2 les 2

 

School:
Klas: 
Aantal leerlingen: 

 

Les:
Datum:
Tijd: 

Naam lesgever:

 

 

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.):

De leerlingen hebben nog niet eerder gewerkt met een krantenartikel. Dit is dus voor hun nieuw.

Verantwoording:
Samenwerkend leren: De kinderen werken in
tweetallen een werkblad uit.
Meervoudige intelligenties: Inter-persoonlijk, verbaallinguïstisch.
Sociaal constructivisme: Leerkracht begint met
inleidend verhaaltje en stelt vragen hierover aan de leerlingen.

 

 

Welk materiaal ga ik gebruiken:

Wat wil ik de leerlingen leren
(doelstellingen):

De leerlingen komen in aanraking 
met een krant en leren wat
er allemaal in een krant staat 
en kan staan.
De leerlingen leren om zelf
krantenkoppen te maken 
en wat voor tekst erbij kan.

Krant, werkbladen.

 

       

 

 

 

Tijd:

Activiteiten leerkracht en leerlingen:

Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:

Organisatie

5 min.

 

 

 

 

 

 

30 min.

 

 

 

 

 

 

 

 

15 min.

Inleiding:
leerkracht neemt krant mee:
- Wie leest er wel eens de krant?
- Wat kan er allemaal in een krant staan?
- Wat voor rubrieken zijn er in een krant?

Kern:
De leerkracht deelt werkbladen uit. Het werkblad bestaat uit:
-krantenartikelen lezen en goede titel erbij zoeken
- Krantenkop aanvullen
- Tekst bedenken bij een gegeven kopje
- Krantenkop bedenken bij bijbehorende tekst.

Afsluiting:
De opdrachten worden klassikaal besproken.
 

 


Leerkracht kan eventueel een kort artikel voorlezen.

 

 

 

 

Blijf rondlopen door de klas om eventuele vragen te beantwoorden. Het werkblad kan eventueel ook nog van te voren klassikaal toegelicht worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Let er op dat bij sommige opdrachten verschillende antwoorden goed zijn.


De kinderen zitten in de kring en de leerkracht
schrijft alle brainstormideeën op op het digiboard.

 

 

 

 

Dit werkblad word in tweetallen gemaakt. De
leerlingen kunnen dus na afloop van het
kringgesprek, hun tafels zo neerzetten dat ze in
tweetallen zitten. Zet eerst één tweetal op een
plaats voor in de klas en geef aan wie daar achter
komen te zitten enz. Vorm zelf de tweetallen.

 

 

 

 

 

De kinderen blijven in tweetallen zitten.

 

 

1). Schrijf de juiste krantenkop bij het juiste artikel

Je kunt kiezen uit de volgende koppen:

 

 

 

 


 


kranten.docx (212,6 kB)
 

 

 

 

 

  

Lesvoorbereidingen voor week 2, les 3 Nederlands.

 

School: De Kameleon
Klas: 5/6
Aantal leerlingen: 

 

Les:  Nederlands
Datum:
Tijd: 40 min

Naam lesgever:

 

 

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.):

Ze hebben verscheidene boeken gelezen en weten wat de hoofdzaken zijn binnen een verhaal.

Welk materiaal ga ik gebruiken:

Wat wil ik de leerlingen leren
(doelstellingen):

De kinderen leren een boek presenteren en samenvatten.

Samenwerkend leren: De kinderen maken in tweetallen een boekverslag.
Meervoudige intelligenties: Interpersoonlijk, verbaallinguïstisch, logisch-mathematisch.
Sociaal constructivisme: geen specifieke bijdrage.

Eigentijds: Digiboard en internet

 

Internet, boeken, digiboard is beschikbaar om mee te presenteren

 

       

 

Tijd:

Activiteiten leerkracht en leerlingen:

Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:

Organisatie

15 min.

 

 

 

 

 



 

15min

 

 

 

 

10 min.

Inleiding:

De leerkracht vertelt dat de kinderen in tweetallen een boek moeten presenteren voor de klas die ze beide gelezen hebben of gaan lezen

Kern:
De kinderen gaan thuis bezig met hun boekverslag.

 

 

 

 

Afsluiting:
De leerkracht kan in de afsluiting nog het lezen van het boek stimuleren.



 

Leerkracht herhaalt iets over de hoofdpunten van een boek. Verder maakt hij met de kinderen een schema wanneer de kinderen moeten presenteren en de samenvatting af moeten hebben.

 

 

 

 

Tijd voor vragen en leraar vertelt concreet wat er gepresenteerd moet worden en in het boekverslag moet komen namelijk:

Titel en auteur, aantal bladzijden, korte samenvatting, hoofdpersonen en cijfer plus argumentatie.

Op de afgesproken datum wordt het boek van hun keuze gepresenteerd voor de klas  

 

 

 

Een aantal boeken promoten via digiboard, op youtube zijn ook boekpromoties te vinden



 

Leerkracht laat het één en ander
 zien via digiboard. Hij maakt de kinderen 
klassikaal wegwijs op het internet.

(korte herhaling van wat de kinderen al weten)

 

 

 

 

Leerlingen gaan inter-persoonlijk te werk 
door tweetallen te maken en uit te zoeken 
of ze het zelfde boek al gelezen hebben of 
te kiezen voor een nieuw boek.

 

 

 

 

 

 

Klassikaal, maar wel eigentijds
door gebruik van digiboard.